Deze signalen en symptomen wijzen op artrose in het schoudergewricht:
- pijn in de schouder; de pijn is soms voortdurend aanwezig, maar kan ook erger worden bij het bewegen van de arm of juist als je ’s nachts stil ligt;
- de schouder ‘kraakt’ bij een beweging;
- de schouder is minder beweeglijk.
Ja, gewrichtsslijtage kan ook op andere plekken voorkomen. Artrose beperkt zich dus niet tot de schouder; het proces kan in alle gewrichten van het lichaam ontstaan. Naast de schouder, zie je vaak dat artrose ontstaat in de knieën, pols, duim en voet. Dat heet poly-artrose.
Het kraakbeen in een gewricht met artrose is beschadigd. Het schoudergewricht bestaat uit een kop en een kom. Deze zijn beide bedekt met een laag kraakbeen. Het kraakbeen is normaal mooi glad en dat zorgt ervoor dat de schouderkop soepel en pijnloos beweegt. Bij artrose gaat dat proces mis. Er wordt te veel kraakbeen afgebroken en te weinig nieuw kraakbeen aangemaakt. Het kraakbeen wordt dun en zacht en kan beweging en krachten minder goed opvangen. De krachten bij een beweging komen nu direct terecht op het bot; dat doet pijn.
Artrose in de schouder kan door verschillende factoren ontstaan:
- het kraakbeen in het schoudergewricht slijt. Het kraakbeen dat op het botuiteinde ligt, wordt dunner. In het ergste geval komt het bot bloot te liggen;
- door een ontstekingsreactie van het gewricht wordt het kraakbeen aangetast. Het kraakbeen op het botuiteinde wordt dunner of verdwijnt. Meestal worden beide schouders aangetast;
- na letsel (zoals een botbreuk of een bandletsel) raakt het kraakbeen direct beschadigd. Het zal daardoor extra snel slijten. Dit heet ‘posttraumatische artrose’ en kan zelfs jaren na het letsel optreden.
Nee, artrose ontstaat niet per definitie omdat je ouder wordt. Artrose ontstaat het meest bij mensen die jonger zijn dan 65 jaar. Artrose is dus geen slijtage! Het is een chronische aandoening die op elke leeftijd kan starten.
Artrose is een aandoening die langzaam en progressief verloopt en dus erger kan worden. Het gaat dus niet over en kan erger worden. Vaak gaat de kwaliteit van het kraakbeen al een tijdje achteruit voordat er klachten zijn. Het proces kan wel worden vertraagd en de pijn worden verminderd.
Wie artrose heeft, zoekt (naast de pijnstilling) naar andere behandelingen tegen de pijn en stijfheid. Dit zijn de belangrijkste tips:
- om te voorkomen dat het schoudergewricht stijf wordt, is bewegen belangrijk. Door te bewegen versterk je de spieren en houd je de schouder beweeglijk;
- door warmte ontspannen de spieren zich; dat vermindert de pijn. Neem daarvoor een warme douche, warme kompressen of een infra-rood lamp.
Ja, oefentherapie kan zeker helpen bij artrose in de schouder. Zo blijf je in beweging en voorkom je stijfheid. De oefeningen kunnen worden gegeven door een fysiotherapeut.
Doe mee! Filmpjes met bewegingsoefeningen en tips over de juiste houding.
Ja, bewegen beschermt de aangetaste gewrichten doordat je de spieren eromheen versterkt en soepel houdt. Omdat sterkere spieren zorgen voor meer steun, neemt de pijn af.
Het mineraal silicium, ook wel kiezelzuur genoemd, is belangrijk voor de vorming van chondroïte-sulfaten in het kraakbeen. Deze stof beschermt het kraakbeen. Silicium zit in gierst, haver, citrusfruit, groente, bamboe en heermoes. Het kraakbeen wordt ook gevoed met de mineralen mangaan, calcium, magnesium en vitamine C. Eet daarom genoeg volkoren graanproducten, fruit, groente, noten en zuivel.
Pijnlijke gewrichten horen (soms) bij de overgang. Maar soms is niet de overgang de veroorzaker, maar wordt de pijn veroorzaakt door reuma. Eén van de meest voorkomende soorten van reuma (reumatoïde artritis) start gemiddeld bij vrouwen tussen de 40 en 50 jaar. Omdat dit ook de leeftijd is waarop vrouwen in de overgang komen, worden de gewrichtsklachten soms aangezien voor een overgangskwaal die erbij hoort. Juist in het begin is het echter belangrijk om gewrichtsklachten goed te behandelen. Raadpleeg bij dit soort klachten daarom altijd een arts.
Ja, een huisarts kan je begeleiden bij de pijn van schouderartrose. Ook kan de huisarts, als dat nodig is, een afspraak maken bij een specialist.
Als de normale behandelingen niet helpen, worden de volgende behandelingen toegepast bij artrose in de schouder:
- een specialist geeft een injectie in het gewricht die ontstekingen remt;
- met pijnstillers en ontstekingremmende medicijnen worden zwellingen tegengegaan.
Als de artrose niet reageert op normale behandelingen, is een operatie mogelijk.
- bij ernstige artrose kan gekozen worden voor een schouderprothese;
- er kan een stukje van het sleutelbeen worden verwijderd; dit zorgt ervoor dat de botuiteinden elkaar niet meer raken.
Ja, vaak kunnen mensen met artrose nog wel werken. Met artrose heb je waarschijnlijk wel beperkingen. Daarom moet er rekening gehouden worden met verminderde belastbaarheid. Maak het bespreekbaar en zorg voor een goede werk-privé balans!
