Neusafwijking en bijholteontsteking

Als een teveel aan slijm of snot niet goed wordt afgevoerd, kunnen de bijholten en de openingen daartussen verstopt raken. Door een (aangeboren) neusafwijking is de kans groter dat je sneller een bijholteontsteking krijgt.

Een voorbeeld van zo’n neusafwijking is een scheefstaand neustussenschot (septum). Het neustussenschot is het stuk kraakbeen en bot dat tussen de twee neusgaten loopt en de neus in twee helften verdeelt. Een afwijkend neustussenschot kan aangeboren zijn, maar je kunt hier ook last van krijgen na bijvoorbeeld een klap op je neus.

Bij een afwijkend neustussenschot kan het zijn dat de doorgang naar de bijholtes wordt belemmerd. Als het afvoergangetje van de bijholtes te smal is, kunnen de afvalstoffen minder goed worden afgevoerd. Eventuele slijmproductie in de bijholtes kan dan minder gemakkelijk zijn uitweg vinden richting de neus. Dit zou in sommige gevallen, dus niet bij iedereen met een scheef neustussenschot, het risico kunnen verhogen op verstopping. Het gevolg daarvan kan een ontsteking van de bijholtes zijn.

Niet alleen de stand aan de binnenkant van de neus kan zorgen voor ademhalingsproblemen, ook de vorm van de neus kan hierbij een rol spelen. Een hele smalle of platte neus kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er minder lucht doorheen kan, wat ademhalingsklachten kan geven.